Angst en stemmingsstoornissen
Angststoornissen zijn in de psychiatrie de meest voorkomende aandoeningen. Sommige van deze aandoeningen worden fobie genoemd. Het gemeenschappelijke kenmerk van angststoornissen, is dat er sprake is van angst. Mensen kunnen zo angstig zijn dat het hun leven ontregelt.
Angst is een gevoel dat optreedt bij dreigend gevaar. De emotie ontstaat als het welzijn van een persoon direct wordt bedreigd, maar ook als een persoon een situatie als bedreigend ervaart. Als een angst geen reële grond heeft en de betrokken persoon er sociale of beroepsmatige problemen door ondervindt, is er sprake van een stoornis.
Angststoornissen
Paniekstoornis
Een plotselinge intense angst waarbij een aantal verschijnselen optreden die in korte tijd heel hevig worden zoals hartkloppingen, transpireren of ademnood. Ook kunnen andere klachten ontstaan zoals pijn of onaangenaam gevoel op de borst, misselijkheid, gevoel van duizeligheid, licht in het hoofd zijn, en doodsangst. We spreken van een paniekstoornis als iemand last heeft van terugkerende paniekaanvallen die ontstaan zijn zonder duidelijke aanleiding. Daarbij ben je ongerust over een nieuwe aanval. Hierdoor kun je bepaalde situaties gaan vermijden. Uiteindelijk kan er dan agorafobie of straatvrees ontstaan.
Piekerstoornis, gegeneraliseerde angststoornis
Mensen met een een piekerstoornis ofwel gegeneraliseerde angststoornis, zijn vrijwel continu overbezorgd. Zij piekeren veel en voelen zich vrijwel altijd zenuwachtig of gespannen. De bezorgdheid betreft in de meeste gevallen alledaagse gebeurtenissen of activiteiten. Zo kan iemand zich overmatig zorgen maken of de kinderen wel veilig uit school komen en of het vlees uit de supermarkt niet ongezond is. Het gaat meestal om zorgen die ieder mens in lichte mate wel kent.
Controle: Bij mensen die last hebben van een gegeneraliseerde angststoornis gaat het er echter om dat zij zich veel te veel zorgen maken. Het kost grote moeite om het piekeren onder controle te houden. De klachten hebben meestal een grote invloed op iemands sociale leven of beroepsmatig functioneren.?
Sociale fobie
Bij een sociale fobie ben je in feite bang dat anderen je kritisch zullen beoordelen of dat mensen je afwijzen. Je voelt je onzeker over jezelf en je bent bang dat mensen je misschien niet aardig zullen vinden. Je bent bang voor mogelijke kritiek, voor pesten en uitlachen. Hierdoor kun je je erg opgelaten voelen tijdens sociale contacten of gebeurtenissen, zoals feestjes, vergaderingen en soms telefoneren of boodschappen doen. De situaties waarin mensen sociaal angstig zijn kunnen verschillen. Je kunt bang zijn voor één bepaalde situatie, bijvoorbeeld als je een presentatie moet houden of in een restaurant moet eten. We spreken dan van een specifieke sociale angst. Wanneer je bang bent in veel verschillende situaties, bijvoorbeeld bang voor etentjes, bezoek, verjaardagen, contact met collega's, spreken we van een algemene (gegeneraliseerde) sociale angst. Dit kan je leven ernstig belemmeren. Als je last hebt van sociale angst ben je geneigd om sociale situaties uit de weg om de spanning te verminderen, maar hierdoor wordt de angst in stand gehouden en kan er vereenzaming optreden. Lichamelijke verschijnselen bij een sociale fobie kunnen zijn: blozen, trillen (handen), droge keel, zweten, spiertrekkingen, hartkloppingen.
Specifieke fobie; bijv. angst voor spinnen, hoogtevrees, onweer, liften, (bloed)onderzoeken, slikangst, braken
We spreken van een specifieke fobie als u heel erg bang bent voor één specifieke situatie, dier, verschijnsel of voorwerp. Er bestaan verschillende soorten fobieën die onderling nogal van elkaar kunnen verschillen. Zo is de één heel bang voor een spin en de ander juist weer heel angstig om een brug over te gaan of een tunnel door te rijden. Bij spinnenfobie ben je heel bang voor die griezelige spinnen. Ben je erg angstig als u op de 10e verdieping van een flat moet zijn? Dan heb je misschien last van hoogtevrees. Er zijn veel mensen die onweer niet plezierig vinden, maar als je hevige angsten doorstaat als het zover is, heb je misschien toch een fobie voor dit natuurverschijnsel ontwikkeld. Ben je iemand die liften vermijdt en daar voor geen goud ingaat? Dan heb je mogelijk last van claustrofobie. Er zijn mensen die bepaalde medische situaties uit de weg gaan. Zo zijn er mensen die nooit de tandarts bezoeken of de huisarts vermijden uit angst voor bepaalde (bloed)onderzoeken. Mensen die met hele grote moeite voedsel tot zich nemen kunnen last hebben van slikangst. Als je veel situaties mijdt omdat je bang bent dat er wel eens iemand in de buurt zou kunnen gaan overgeven, heb je misschien wel emetofobie.
Post traumatische stressstoornis
Deze angst komt regelmatig voor en wordt vaak veroorzaakt door een ernstige gebeurtenis. We spreken van een trauma als u iets heftigs heeft meegemaakt waarvan u last blijft houden. De gebeurtenis riep sterke reacties op zoals gevoelens van ongeloof, verbijstering enmachteloosheid. Een trauma kan ontstaan als u een situatie hebt meegemaakt waarbij u bedreigd werd ofgeconfronteerd werd met de dood zoals bij een bankoverval of een situatie waarbij u met een mes bent bedreigd. Maar ook als er geen doodsbedreiging is geweest kan een gebeurtenis zo schokkend zijn dat u er last van blijft houden. Trauma’s kunnen onder andere ontstaan bij geweldsmisdrijven, ongelukken, rampen, seksueel misbruik, plotseling overlijden van iemand die u dierbaar is, bij een confrontatie met een plotselinge ernstige ziekte, in oorlogssituaties, enzovoort.
Gebeurtenissen die ‘goed’ aflopen
Ook van situaties waarvan u erg bent geschrokken kunt u uit uw evenwicht raken, zoals bijvoorbeeld bij een ‘bijna ongeluk’. Een machinist kan nog nét op tijd remmen voor een kind dat een spoorwegovergang oversteekt.
Vaak bent u dan bezig om ‘wat er had kunnen gebeuren’. U denkt daarover en creëert voorstellingen daarbij die sterke angsten en negatieve gevoelens oproepen.
Trauma-gevoelig
Een aantal mensen maken in hun werk schokkende gebeurtenissen mee. Zo zijn er bijvoorbeeld beroepen die ‘trauma-gevoelig’ zijn zoals politierechercheurs, brandweerlieden, ambulancepersoneel en gevangenisbewakers.
Mensen die in de psychiatrie werken of betrokken zijn bij geldtransport lopen ook een verhoogd risico op het meemaken van een traumatische gebeurtenis. De meeste mensen kunnen een opgelopen trauma zelf verwerken, vaak met steun vanuit de naaste omgeving, maar sommigen houden er ernstige, aanhoudende problemen aan over. Dan is hulp van buiten heel belangrijk omdat het rondlopen met een trauma uw leven ernstig kan belemmeren.
Dwangstoornis
Hier gaat het om angsten die ontstaan door je eigen gedachten of door gewaarwordingen in je eigen lichaam. Dwangklachten omvatten twee begrippen: obsessies (dwanggedachten) en compulsies (dwanghandelingen). Sommige mensen hebben alleen last van dwanggedachten, andere mensen hebben ook last van dwanghandelingen. Ze voelen zich gedwongen om bepaalde handelingen steeds opnieuw uit te voeren. Deze dwanghandelingen worden vaak vooraf gegaan door dwanggedachten. Hier gaat het om angsten die ontstaan door je eigen gedachten of door gewaarwordingen in je eigen lichaam. Dwangklachten omvatten twee begrippen: obsessies (dwanggedachten) en compulsies (dwanghandelingen). Sommige mensen hebben alleen last van dwanggedachten, andere mensen hebben ook last van dwanghandelingen. Ze voelen zich gedwongen om bepaalde handelingen steeds opnieuw uit te voeren. Deze dwanghandelingen worden vaak vooraf gegaan door dwanggedachten. Dwangstoornis, ook wel obsessief compulsieve stoornis genoemd (OCS) kenmerkt zich door obsessies (dwanggedachten) en/of compulsies (dwanghandelingen). Sommige mensen hebben alleen last van dwanggedachten, andere mensen hebben ook last van dwanghandelingen. Ze voelen zich gedwongen om bepaalde handelingen steeds opnieuw uit te voeren. Deze dwanghandelingen worden vaak vooraf gegaan door dwanggedachten.
Obsessies (dwanggedachten)
Je hebt last van steeds terugkerende, niet gewilde en storende gedachten die zich opdringen en lang aanhouden. Deze gedachten veroorzaken veel angst en spanning. Je weet vaak dat de gedachten niet reëel zijn, maar je kunt ze niet van je afzetten.
De onderwerpen waar mensen met een dwangstoornis bang voor zijn, kunnen verschillen. Je krijgt bijvoorbeeld de gedachte tijdens het autorijden dat je misschien wel die fietsers hebt overreden die je net passeerden. Je ziet al voor je dat je in de gevangenis terecht komt omdat je zomaar bent doorgereden en je krijgt een beeld van de koppen in de krant waarin staat dat door jouw schuld een kind is overleden. Omdat deze gedachte veel angst oproept, ga je steeds terug om te kijken of alles 'in orde' is. Ook kan men last hebben van Godslasterlijke gedachten. Iemand kan bijvoorbeeld denken aan allerlei schuttingwoorden in relatie tot God of Allah. Om de angst weg te krijgen kan men in het hoofd een aantal rituelen afwerken om deze zogenaamde ‘verkeerde’ gedachten te compenseren. De spanning vermindert dan op korte termijn, op langere termijn krijg je juist meer last van angsten omdat je, door de rituelen uit te voeren, de angstgedachte serieus neemt en hiermee het dreigende ‘gevaar’ bevestigt. Zo zijn er nog veel meer thema's waar je bang voor kunt zijn.
Compulsies (dwanghandelingen)
Hier gaat het om bepaalde handelingen, die steeds uitgevoerd moeten worden om de angst en schuldgevoelens te verminderen die door de angstgedachten worden veroorzaakt. Het begint vaak bij angstige gedachten die zich ongewild steeds aan u opdringen en die bepaalde dwanghandelingen uitlokken.
Je bent bijvoorbeeld bang dat het huis zal ontploffen omdat je denkt dat de gaspitten open staan. Ook al weet je dat je dit zojuist nog hebt gecontroleerd, toch heb je geen rust meer. Sterke angstgevoelens dwingen je opnieuw het gasfornuis te controleren. Na verloop van korte of langere tijd begint hetzelfde proces weer van voor af aan. Door hier steeds weer aan toe te geven, vertrouw je je eigen waarneming niet meer en raak je verstrikt in je eigen controle ritueel. Hierdoor kun je terecht komen in een vicieuze cirkel van controledwang. Een andere veel voorkomende dwanghandeling is het alsmaar moeten poetsen (smetvrees) en wassen (wasdrang). Dagelijks kan hier uren aan besteed worden en krijgen andere zaken, zoals studie of partner, onvoldoende aandacht.
Hypochondrie
Ziektevrees wordt ook wel hypochondrie genoemd. Mensen vrezen voortdurend dat zij een (ernstige) ziekte hebben. Dit kan gaan om verschillende ziekten zoals bijvoorbeeld angst voor kanker of voor hart- en vaatziekten. Vanwege de spanning hierover ben je erg gericht op lichamelijke verschijnselen. Als gevolg daarvan kun je juist meer lichamelijke klachten krijgen zoals maagklachten, duizeligheid of hartkloppingen.
Onderzoek
Mensen met ziektevrees bezoeken vaak dokters en hebben vaak het gevoel dat hun klachten niet altijd serieus worden genomen. Daarom betekent dit dat je je vaak niet gerustgesteld voelt en als je je opgelucht voelt, bijvoorbeeld na een onderzoek waar niets is geconstateerd, is dat vaak van korte duur.
Acute stressstoornis
Wanneer zich een acute levensbedreigende gebeurtenis voordoet wordt het stressrespons-systeem geactiveerd. Dit bestaat uit drie natuurlijke reacties: vechten (het gevaar bestrijden); vluchten (het gevaar ontlopen); en bevriezen (doen alsof je dood bent). De ‘bevriesreactie’ ligt aan de basis van de acute stressstoornis. De betrokkene wordt blootgesteld aan een traumatische gebeurtenis en ondervindt ten gevolge daarvan onmiddellijk na de gebeurtenis volgende symptomen:
verdoving; onthechting of afwezigheid van emoties; verminderd omgevingsbewustzijn; derealisatie (iemand ervaart zijn vertrouwde omgeving als vreemd, niet vertrouwd of onecht); depersonalisatie (iemand ervaart zichzelf of zijn eigen lichaam als vreemd, niet vertrouwd of onecht); dissociatieve amnesie (iemand kan bepaalde herinneringen, vooral over zichzelf, niet terughalen). Herbelevingen dringen zich zeer vaak op, slachtoffers zijn bang, meer prikkelbaar en vermijden prikkels die de herinnering aan het trauma oproepen.?
Body Dismorphic Disorder (BDD)
Mensen met Body Dysmorphic Disorder (BDD) ofwel een “stoornis in de lichaamsbeleving” zijn sterk vervuld van het idee dat er iets mis is met (een deel van) hun uiterlijk. Als er al een kleine lichamelijke afwijking aanwezig is, dan is de ongerustheid duidelijk overdreven. De patiënt is overtuigd van zijn lelijkheid en lijdt daar zeer onder. BDD is officieel een somatoforme stoornis, die wel met veel angst gepaard gaat. Bijsomatoforme stoornissen horen allerlei beelden die met het lichamelijk (dis)functioneren te maken hebben. BDD lijkt echter ook op de “sociale fobie”, vanwege de angst voor negatieve beoordeling.
Te groot, te klein
De bezorgdheid heeft meestal betrekking op één of meerdere aspecten van het uiterlijk. Vaak zijn dit goed zichtbare delen van het lichaam, zoals onderdelen van het gezicht en hoofd: de neus, oren, ogen, huid, kin, haar en lippen of mond. Ze zijn – volgens de BDD-er - bijvoorbeeld te groot of te klein, niet symmetrisch genoeg, te vlekkerig of puisterig, te ver ingevallen, te bleek of te dun. Men is van mening dat het betreffende lichaamsdeel zeer onaantrekkelijk, misvormd, of walgelijk is.
Camoufleren
Mensen met BDD besteden veel tijd, zo’n 3 tot 8 uur per dag, aan het denken over hun onvolkomenheden, het bekijken en onderzoeken ervan in spiegel of etalages en het ondernemen van pogingen om de zogenaamde misvormingen te verbergen, camoufleren of zelfs te veranderen.?
Stemmingsproblemen
Met het verkeerde been uit bed gestapt of in een uitgelaten bui: ieder mens kent wisselingen in zijn stemming. Stemmingsveranderingen zijn een normale emotionele reactie op tegenslag of voorspoed. De meeste mensen weten dat die buien van korte duur zijn en weer overgaan. Maar sommige mensen kunnen zich gedurende langere tijd zeer somber of juist zeer uitgelaten voelen. Er kan dan sprake zijn van een stemmingsstoornis.
Tot de stemmingsstoornissen worden depressies en de manisch-depressieve stoornis (bipolaire stoornis) gerekend. Bij depressies gaat het om meer of minder langdurige periodes met ernstige somberheid of interesseverlies, verminderde activiteit en daarnaast vaak nog diverse andere klachten. Bij de manisch-depressieve stoornis komen naast depressies ook manische episodes voor: periodes met een te uitgelaten of geïrriteerde stemming waarin de activiteit sterk verhoogd is.
Ongeveer 10% van de mannen en 20% van de vrouwen maakt in hun leven een of meer depressies door. Van een manisch-depressieve stoornis heeft ongeveer 1% van de mensen last. Stemmingsstoornissen zijn meestal goed te behandelen.